Wiley publiceerde zopas een nieuw boek over de magnetosferen in ons zonnestelsel. Het is mede geredigeerd door onze BIRA-collega dr. Romain Maggiolo. Dankzij zijn 13 jaar ervaring in het onderzoeksteam "Magnetosfeer" binnen de afdeling "Ruimtefysica", werd hij benaderd om hoofdredacteur van dit boek te worden. De Space Physics and Aeronomy collectie van Wiley is een vijfdelige set van boeken waarin de nieuwste wetenschappelijke waarnemingen, modellen en theorieën worden gepresenteerd.
Nieuw onderzoek door een Belgisch team, dat gebruik maakte van gegevens van de Very Large Telescope (VLT) van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO), heeft uitgewezen dat in de atmosferen van kometen ijzer en nikkel voorkomen, zelfs in die op grote afstand van de zon. Onafhankelijk onderzoek door een Pools team, ook gebaseerd op ESO-gegevens, toont aan dat in de ijskoude interstellaire komeet 2I/Borisov eveneens nikkeldamp aanwezig is. Het is voor het eerst dat zware metalen, die doorgaans in hete omgevingen te vinden zijn, in de koude atmosferen van verre kometen zijn aangetroffen.
De Francqui-Prijs 2021 voor exacte wetenschappen gaat naar vorser Michaël Gillon (ULiège) voor zijn baanbrekend onderzoek in exoplanetologie en astrobiologie. Dr. Gillon ontwierp twee gerobotiseerde telescoopnetwerken, TRAPPIST en SPECULOOS, waarmee hij exoplaneten nauwkeuriger dan ooit kon bestuderen vanaf de aarde. Hij ontdekte zeven potentieel bewoonbare planeten en doopte ze ‘TRAPPIST-1’. Dr. Gillon leverde als eerste het bewijs dat niet alleen rond de zon maar ook rond ultrakoude sterren planeten cirkelen die qua grootte en massa vergelijkbaar zijn met de aarde, en dat daar leven mogelijk zou kunnen zijn. Het revolutionaire karakter van zijn ontdekking geniet unanieme erkenning vanuit de hele wetenschappelijke wereld en de NASA, en inspireert miljarden mensen in de hele wereld. De jury, samengesteld uit experts met faam, en voorgezeten door prof. Ben Feringa, laureaat van de Nobelprijs voor Chemie in 2016, heeft beslist zijn belangrijke ontdekkingen te bekronen met de Francqui-Prijs.
2020 zal in de archieven van het Belgisch UFO-meldpunt geboekstaafd staan als een uitzonderlijk druk jaar. Nooit eerder kwamen er sinds de oprichting van het meldpunt in 2007 zoveel meldingen binnen. In 2020 noteerden we 446 meldingen. M.a.w. een stijging van 64% in vergelijking met 2019 toen er 272 observaties gemeld werden. Voornamelijk in de maanden maart en april zagen we een uitzonderlijke toename van het aantal meldingen. De lockdown en de vele Starlink satellieten hebben hier ongetwijfeld iets met te maken.
Op 3 december 2020 onthulde ESA de nieuwste kaart van onze Melkweg. Een kaart die is gemaakt op basis van bijna drie jaar waarnemingen door de satelliet Gaia. Deze “Early Data Release 3″ (EDR3) bevat de uiterst nauwkeurige posities en helderheden van maar liefst 1,8 miljard sterren. Daarbij zijn sterren die een miljoen keer zwakker zijn dan wat je met het blote oog kunt zien. Voor de meeste sterren levert EDR3 ook de afstand en de schijnbare beweging aan de hemel. In vergelijking met de vorige kaart (Gaia DR2) zijn deze gegevens beduidend nauwkeuriger, wat ze uiterst interessant maakt om de dynamica van onze Melkweg te begrijpen.
De zonneactiviteit varieert met een periode van ongeveer 11 jaar. Het tijdstip en sterkte van de maxima en minima van de zonnecyclus worden vastgesteld op basis van het aantal zonnevlekken. Deze zonnevlekkenindex wordt sinds 1981 bijgehouden en verspreid door het SILSO World Data Center dat deel uitmaakt van de Koninklijke Sterrenwacht van België. De vorige cyclus bereikte in 2014 zijn bescheiden hoogtepunt en nam de laatste jaren geleidelijk in activiteit af. Dat het minimum er stond aan te komen, werd hoe langer hoe duidelijker door de steeds lagere zonnevlekkenindex en de steeds langere periodes van vlekkeloze dagen.
METIS, de krachtige camera en spectrograaf die bedoeld is voor ESO’s Extremely Large Telescope (ELT), is geslaagd voor zijn Preliminary Design Review in het ESO-hoofdkwartier in Garching, Duitsland. METIS, de afkorting van Mid-infrared ELT Imager and Spectrograph, zal de reusachtige hoofdspiegel van de telescoop volledig benutten om een breed scala van wetenschappelijke onderwerpen te onderzoeken, van objecten in ons zonnestelsel tot verre actieve sterrenstelsels. METIS is uitermate geschikt om de levensloop van sterren te onderzoeken, van babysterren en hun planeetvormende schijven tot oudere sterren die het einde van hun bestaan naderen.
Een internationaal team van astronomen is erin geslaagd om vijftien beelden vast te leggen van de binnenste randen van planeetvormende schijven op honderden lichtjaren van onze planeet. Die schijven van stof en gas, in vorm vergelijkbaar met een dikke vinylplaat, vormen zich rond jonge sterren. De beelden werpen nieuw licht op de vorming van planetenstelsels en werden gepubliceerd in het tijdschrift Astronomy & Astrophysics.
In het kader van een EOS-project (Excellence of Science) heeft Véronique Dehant, onderzoeker van de Koninklijke Sterrenwacht van België, deelgenomen aan een studie over de vorming en de evolutie van de atmosfeer van Venus onder invloed van inslagen van asteroïden. Deze studie, gepubliceerd in het tijdschrift Nature Geoscience, kwam tot de conclusie dat de asteroïden die bijdroegen aan het einde van de accretie van Venus, en bij uitbreiding van de aarde, te weinig water bevatten om oceanen mogelijk te maken.
Het is ongelooflijk om te denken dat stukken van een protoplaneet - een kleine babyplaneet die nooit de kans heeft gehad om een echte te worden - verspreid zijn over het zonnestelsel en hun weg hebben gevonden naar de planeet Aarde, in ons tijdperk! En niet alleen dat, één stuk van de protoplaneet Vesta is zelfs helemaal tot in België geraakt. Het viel neer in 1971 in een schuur in het Waalse dorp Tintigny, met de heer Eudore Schmitz als getuige. Het werd toen toevertrouwd aan de dorpsleraar voor identificatie, maar raakte meer dan 40 jaar lang in de vergetelheid. Pas in 2017 werd het onder de aandacht gebracht van wetenschappers. Kort daarna schonken de kinderen en kleinkinderen van de familie Schmitz de meteoriet aan het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel, waar het nog steeds verblijft.