Foto: Paul Hermans (Wikipedia)

In het hart van Wallonië, verscholen tussen de bossen van Rochefort, bevindt zich een van de opmerkelijkste technologische relicten van de twintigste eeuw: het grondstation van Lessive. Wat vandaag lijkt op een verlaten cluster van gigantische parabolen was ooit een cruciale schakel in het wereldwijde communicatienetwerk. Voor ingenieurs en technologen vormt de site een boeiend studieobject, een tastbare weerspiegeling van de overgang van analoge naar digitale communicatie en van satelliet naar glasvezel.

Ontstaan van het grondstation

Het Station Terrien de Télécommunications Spatiales de Lessive werd ontworpen in de late jaren zestig en officieel ingehuldigd op 21 september 1972. De bouw werd gerealiseerd door de Régie des Télégraphes et Téléphones (RTT), de Belgische overheidsorganisatie die later zou opgaan in Belgacom. Het doel was om België te voorzien van een eigen grondstation voor satellietcommunicatie, onafhankelijk van buitenlandse infrastructuren. De locatie werd niet willekeurig gekozen. Lessive ligt in een natuurlijke depressie, een zogeheten cuvette, omringd door bosrijk terrein. Dat bood ideale omstandigheden voor radioastronomische en communicatietoepassingen: weinig elektromagnetische interferentie, minimale reflecties en bescherming tegen windbelasting. Bovendien ligt het gebied ver weg van stedelijke ruisbronnen, wat destijds een cruciale factor was voor signaalzuiverheid. Het terrein besloeg ongeveer 50 hectare, met een infrastructuur die bestond uit controlegebouwen, technische hallen, koelinstallaties, noodgeneratoren en later ook een toren voor hertzien (microwave) verkeer. De site werd via redundante glas- en koperlijnen verbonden met de nationale telecommunicatieruggengraat van RTT.

Technische opbouw en antennepark

De kern van Lessive bestond uit een reeks grote parabolische schotelantennes. De eerste, operationeel sinds 1972, had een diameter van ongeveer 30 meter en werd gebruikt voor communicatie met de Intelsat IV-satellieten in geostationaire baan. Later werden meerdere antennes toegevoegd: drie grote exemplaren in 1993, gevolgd door een vijfde geplande installatie. Sommige bronnen vermelden diameters tot 37 meter. De antennes konden in azimut en elevatie roteren, aangedreven door zware servomotoren met precisietandwielkasten. Een hydraulisch of elektrisch aandrijfsysteem zorgde voor nauwkeurige tracking van de satelliet, essentieel voor stabiele verbindingen bij C-bandfrequenties (4–6 GHz). Omdat geostationaire satellieten kleine positionele drifts vertonen, moest de antennepositie continu worden gecorrigeerd, een delicate balans tussen mechanische traagheid en real-time sturing. De reflectoren zelf bestonden uit aluminium panelen op een stalen raamwerk, met hoge structurele stijfheid om vervorming door temperatuurverschillen te beperken. De oppervlaktestolerantie bedroeg enkele millimeters, voldoende voor de gebruikte microgolflengtes. De feed horns bevonden zich in het brandpunt, vaak met coaxiale of waveguide-transmissie naar de ontvangers en zenders in de onderliggende apparatuurkamers. De site beschikte over een actieve koelinfrastructuur. Bepaalde ontvangers gebruikten cryogene koeling om de noise figure te minimaliseren, wat de gevoeligheid aanzienlijk verbeterde. Temperaturen tot -170 °C werden bereikt met behulp van gesloten-cyclus heliumkoelers. Dit was noodzakelijk om de extreem zwakke inkomende signalen van satellieten op 36.000 km afstand betrouwbaar te kunnen verwerken.

Het grondstation van Lessive, gelegen tussen de bossen van Rochefort. 

Lessive werkte hoofdzakelijk in de C-band (uplink rond 6 GHz, downlink rond 4 GHz), zoals destijds standaard was voor internationale Intelsat-verbindingen. De modulatie was in eerste instantie frequentiemodulatie (FM) voor televisiesignalen en analoge spraakkanaalcompressie voor telefonie. Een enkele satelliettransponder kon enkele duizenden telefoniekanalen of één televisiekanaal overdragen. Voor internationale televisieuitzendingen, bijvoorbeeld nieuwsuitzendingen of sportevenementen, kon Lessive directe uplinks verzorgen naar satellieten die dekking gaven over Europa, Afrika en Noord-Amerika. Het station had meerdere redundante RF-ketens met hoogvermogenversterkers (klystrons en later TWTA’s), banddoorlaatfilters, combiners en frequentieconverters. De ontvangstsysteemen gebruikten low-noise amplifiers met cryogene koeling om de ruisvloer te minimaliseren. De binnenkomende signalen werden vervolgens omgezet naar lagere tussenfrequenties (IF) en via coaxiale transmissie naar de controlekamers geleid.

Nationale en internationale rol

Lessive was niet alleen technisch, maar ook strategisch belangrijk. In de jaren 1970 was satellietcommunicatie de ruggengraat van internationale telefonie. Via Lessive kon België rechtstreeks verbindingen onderhouden met onder meer Canada, de Verenigde Staten, Israël en Zaïre (nu Congo). De site werd opgenomen in het Intelsat-netwerk, waarvan België lid was. Hierdoor kon RTT autonome verbindingen tot stand brengen zonder afhankelijk te zijn van buurlanden. Ook Europese televisieketens maakten gebruik van de infrastructuur voor tijdelijke verbindingen en rechtstreekse uitzendingen.

Expansie in de jaren 1990

In de vroege jaren 1990 kende Lessive een heropleving. RTT was inmiddels hervormd tot Belgacom, en de site werd gemoderniseerd. In 1993 werden drie nieuwe parabolen gebouwd, samen met een 52 meter hoge hertzienetoren (zend- en ontvangstoren) die het station koppelde aan terrestrische microgolflijnen. De site kreeg daarnaast een tweede functie als opleiding- en demonstratiecentrum. Het opleidingsinitiatief “Technobel” vestigde zich op het terrein en verzorgde trainingen in informatica en telecommunicatie. Hierdoor kreeg Lessive tijdelijk een hybride status: deels operationeel grondstation, deels educatief en technologisch centrum. Toch waren de tijden aan het veranderen. De groei van onderzeese glasvezelkabels en de liberalisering van de telecomsector begonnen satellietcommunicatie uit te dagen. Glasvezel bood lagere latency, hogere bandbreedte en lagere kosten per kanaal. Rond de eeuwwisseling begon het belang van Lessive voor telefonie en datacommunicatie sterk te dalen.

Overdracht aan commerciële spelers

In 2007–2008 besloot Belgacom zijn satellietactiviteiten af te stoten. De exploitatie van Lessive kwam in handen van het bedrijf Belgium Satellite Services (BSS), dat op zijn beurt eigendom was van de Indische groep ORG Informatics Ltd.. BSS probeerde nieuwe commerciële markten aan te boren, zoals televisiedistributie, uplinkdiensten voor Afrika en Azië, en data-backup via satelliet. De bestaande infrastructuur bood hiervoor potentieel, maar de wereldwijde satellietindustrie was inmiddels veranderd. De concurrentie met nieuwere teleport-faciliteiten (bijv. in Duitsland, Frankrijk en Luxemburg) en de snelle opkomst van internetgebaseerde transmissie zorgden voor economische druk. Tussen 2014 en 2016 kwam BSS in financiële problemen. De activiteiten werden stopgezet en het bedrijf ging failliet. Vanaf dat moment werd de site grotendeels ontmanteld of verlaten. De antennes bleven fysiek aanwezig, maar zonder operationele systemen of onderhoud.

Herbestemming

Na het faillissement van BSS bleef de site eigendom van private investeerders. Rond 2018 werd een plan gepresenteerd onder de naam “Le Jardin des Paraboles”, geleid door ondernemer Christophe Nihon. Het voorstel voorzag in een herbestemming tot woon- en recreatiegebied, met behoud van de karakteristieke parabolen als architecturale landmarks. Hoewel het project media-aandacht kreeg, stuitte het op ruimtelijke en erfgoedtechnische obstakels. De site is nog steeds grotendeels afgesloten voor het publiek, al blijft ze een populair object voor fotografen en liefhebbers van industriële archeologie. Anno 2025 staan de parabolen van Lessive nog overeind. Ze zijn echter niet meer operationeel: de besturingssystemen zijn uitgeschakeld, de apparatuur verwijderd of defect, en de gebouwen vertonen tekenen van verval. Toch beschouwen ingenieurs, historici en erfgoedorganisaties de site als van groot belang. De antennes vormen een zichtbaar monument van een cruciale fase in de technologische geschiedenis, de overgang van analoge naar digitale globalisering. Ze herinneren aan een tijd waarin internationale communicatie letterlijk via de hemel verliep.

Eén van de grote schotelantennes van Lessive, geopend in 1983 - Foto: Wikipedia

 

Kris Christiaens

Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.