De Very Large Telescope in Chili
Foto: ESO

De European Southern Observatory (ESO) is een intergouvernementele organisatie die in 1962 opgericht werd en vandaag de dag 14 Europese leden telt. Met België als één van de zes stichtende leden wou men met de ESO het Europees astronomisch onderzoek stimuleren en samenwerkingen organiseren.

De hoofdzetel van de European Southern Observatory bevindt zich in het Duitse Garching. De organisatie beheert drie grote waarnemingsfaciliteiten die zich bevinden in de verlaten Chileense Atacama woestijn. Dankzij deze moderne observatoria met wereldklasse krijgen Europese onderzoekers toegang tot de zuidelijke sterrenhemel in een gebied dat gekend staat als één van 's werelds beste waarnemingsplaatsen. De ESO is ongetwijfeld de meest productieve sterrenwacht op Aarde. Alleen in 2008 werden op basis van ESO-gegevens meer dan 700 vakartikelen gepubliceerd. Naast Belgische bedrijven die mee instaan voor de realisatie van deze observatoria, gebruiken ook tal van Belgische onderzoekers de vele ESO-faciliteiten.

ESO overzicht

Doordat de European Southern Observatory de grootste Europese astronomische organisatie is, heeft dit in de loop der jaren geleid tot vele belangrijke ontdekkingen en publicaties. Zo maakten astronomen in 2004 met de Verry Large Telescope van de ESO de eerste opname van een exoplaneet die zich op 173 lichtjaar bevindt van de Aarde. Negen jaar eerder ontdekten sterrenkundigen ook al de eerste planeet rondom een andere ster met behulp van ESO-telescopen. Astronomen van over de hele wereld maken gebruik van de unieke ESO-faciliteiten die voor allerlei toepassingen binnen de sterrenkunde kunnen gebruikt worden. Jaarlijks ontvangt de ESO ongeveer 2 000 voorstellen voor het gebruik van één van de vele telescopen of instrumenten waardoor er vier- tot zesmaal meer waarneemtijd wordt aangevraagd dan beschikbaar is. Dit zorgt uiteraard voor een grote stroom aan gegevens die worden opgeslagen in de permanente Science Archive Facility in het ESO-hoofdkwartier. Momenteel bevat het ESO-archief meer dan 1,5 miljoen afbeeldingen en spectra die samen meer dan 65 terrabyte aan gegevens vertegenwoordigen. Onder de onderzoeksteams bevinden zich ook wetenschappers uit diverse Belgische universiteiten. Zo haalden sterrenkundigen van de K.U. Leuven in september 2007 de hoofdpagina's van wetenschappelijke publicaties toen zij samen met andere Europese onderzoekers met behulp van de VLT platte, ronddraaiende stofschijven ontdekten rondom twee stervende sterren. Alles samen heeft de European Southern Observatory ongeveer 700 mensen in dienst. België betaalt net als de overige dertien leden van de ESO, jaarlijks een bijdrage van 135 miljoen euro. Alle onderzoeksteams van Belgische universitaire of wetenschappelijke instellingen actief op vlak van astronomie en astrofysica maken deel uit van het Belgisch Nationaal ESO-Comité (BNEC). Dit comité heeft als doel de Belgische deelname binnen de ESO zo optimaal mogelijk te laten verlopen.

ESO
European Southern Observatory logo.

ESO leden:

  • België
  • Duitsland
  • Frankrijk
  • Nederland
  • Zweden
  • Denemarken
  • Zwitserland
  • Italië
  • Portugal
  • Verenigd Koninkrijk
  • Finland
  • Spanje
  • Tsjechië
  • Oostenrijk

ESO faciliteiten:

  • La Silla Observatory
  • Paranal Observatory (Very Large Telescope)
  • Llano de Chajnantor Observatory (Atacama Large Millimeter Array)

La Silla

Het Observatorium van La Silla is ESO's oudste site en bevindt zich 600 kilometer ten noorden van Santiago op een hoogte van 2 400 meter. Nadat de ESO in oktober 1964 de bergtop La Silla had aangekocht, werd de eerste telescoop hier in 1966 in gebruik genomen. De inauguratie van de sterrenwacht vond op 25 maart 1969 plaats. Vandaag de dag bevinden zich op La Silla 18 telescopen waarvan 9 gebouwd werden door de European Southern Observatory. Naast verscheidene middelgrote optische telescopen bevindt zich op La Silla ook de revolutionaire New Technology Telescope (NTT) met een spiegeldiameter van 3,5 meter. De New Technology Telescope werd in 1989 in gebruik genomen en is uitgerust met de 'Son of Isaac' (SofI) en EFOSC2 instrumenten. Opvallend aan de New Technology Telescope is dat zijn spiegel extreem dun is. De spiegel is zelfs zo dun dat deze zijn eigen gewicht niet kan dragen. Daarom bevinden zich onderaan de spiegel op tal van plaatsen kleine motoren (actuatoren) die de spiegel in de juiste vorm houden. Deze techniek wordt 'active optics' genoemd en wordt vandaag de dag toegepast op alle telescopen die een spiegel hebben groter dan 6 meter diameter. Inmiddels zijn verschillende kleinere telescopen op La Silla niet meer in gebruik door de komst van ESO's Very Large Telescope en verouderde technologie. Toch wordt op La Silla nog steeds belangrijk astronomisch onderzoek verricht zoals het opsporen van exoplaneten.

La Silla
Algemeen zicht op het La Silla observatorium met zijn vele telescopen.

Very Large Telescope

Het tweede observatorium van de ESO bevindt zich op de 2 600 meter hoge berg Paranal ten zuiden van Antofagasta. Op deze locatie staat de Very Large Telescope (VLT) die bestaat uit vier 8,2 diameter telescopen. Deze kunnen zowel afzonderlijk alsook als een optische interferometer gebruikt worden door het licht van de telescopen te combineren. Hierdoor wordt een virtuele reuzetelescoop gevormd. Daarnaast beschikt de VLT ook nog over vier beweegbare 1,8 meter Auxilliary Telescopes die gebouwd werden door het Belgische bedrijf Amos nabij Luik. Amos was ook verantwoordelijk voor delicate richtsystemen voor de vier grote VLT telescopen. Een ander bedrijf uit Luik, Spacebel, ontwikkelde voor de Very Large Telescope dan weer de Local Control Units Common Software. De VLT is ESO's belangrijkste observatorium en is sinds 1 april 1999 in gebruik. De vier grote telescopen van de VLT werden genoemd naar astronomische objecten uit de plaatselijke Mapuche taal (Antu, Kueyen, Melipal en Yepun). De vele astronomen die waarnemen met de VLT verblijven in de Residentia Paranal. Aangezien de zuivere hemel op deze locatie 350 nachten per jaar zeer helder is, was dit de ideale plaats voor de bouw van dit zeer geavanceerde observatorium.
 
VLT
De vier 8,2 meter telescopen van de Very Large Telescope - Foto: ESO

Atacama Large Millimeter/submillimeter Array

De derde astronomische site van de ESO bevindt zich eveneens in Chili op het 5 000 meter hoge Chajnantor plateau. Nabij San Pedro de Atacama bouwt men hier sinds 2003 de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA). Dit observatorium omvat 66 antennes met een diameter van 12 of 7 meter waarmee men verder dan ooit in het heelal hoopt te kunnen kijken. Deze schotelantennes zullen gebruikt worden voor de ontvangst van radio- en submillimeterstraling. Astronomen gaan het ALMA observatorium ondermeer gebruiken voor het waarnemen van de verste en koudste objecten zoals wolken van gas en stof waarin nieuwe sterren en planeten geboren worden. Het ALMA project is een internationale samenwerking tussen Chili, de European Southern Observatory, de National Research Council of Canada, de Spanish Ministry of Science and Technology, de Amerikaanse National Radio Astronomy Observatory en het National Astronomical Observatory of Japan. Eenmaal de ALMA in 2012 helemaal zal klaar zijn, zal men iedere telescoop afzonderlijk kunnen verplaatsen over een gebied van maximaal 18,5 kilometer zodat men op deze manier zal kunnen in- en uitzoomen op een bepaald object. De reden waarom dit observatorium zich 5 000 meter boven zeeniveau bevindt, is omdat de supergekoelde telescopen hier beter waarnemen aangezien er op deze hoogte veel minder waterdamp in de atmosfeer is. De bouw van de afzonderlijke schotelantennes gebeurt op een basiskamp op 2 900 meter hoogte. Eenmaal een antenne klaar is, wordt dit 100 ton zware gevaarte met een speciaal ontworpen transportvoertuig tot op de hoogvlakte gebracht. Het ALMA observatorium heeft een prijskaartje van 1,3 miljard dollar en is tot op heden het duurste astronomisch observatorium.
ALMA
In november 2009 werden de eerste twee ALMA telescopen aan elkaar gelinkt - Foto: ESO

European Extremely Large Telescope

De European Extremely Large Telescope (E-ELT) is ESO's volgende project en moet 's werelds grootste optische telescoop worden. Dit observatorium zou in 2017 operationeel moeten zijn en zal een prijskaartje hebben van ongeveer 900 miljoen euro. De hoofdspiegel van deze telescoop krijgt een diameter van 42 meter. Het observatorium zal uitgerust worden met 's werelds meest gevoelige camera's en spectrografen. De E-ELT zal uiteindelijk 300 keer zo gevoelig zijn als de Hubble Space Telescope en de hoofdspiegel zal 25 keer zoveel meer licht opvangen als de Very Large Telescope. Om dit te realiseren zal de hoofdspiegel van de E-ELT bestaan uit 906 segmenten die elk een doorsnede hebben van bijna anderhalve meter. Omdat de European Extremely Large Telescope veel meer licht zal opvangen dan gelijk welk ander observatorium zal men veel zwakkere objecten kunnen waarnemen en veel verder kunnen kijken in het heelal. Volgens onderzoekers zal het mogelijk zijn om met de E-ELT 12 miljard jaar ver te kijken. Over de locatie van de E-ELT is de ESO nog niet zeker. Momenteel onderzoekt men geschikte locaties in Argentinië, La Palma, Zuid Afrika, Chili en Marokko.

Kris Christiaens

Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur. Volg mij op Twitter: @KrisChristiaens