Uit een heel scala van voorstellen heeft het Europese Ruimtevaartagentschap ESA de “Comet Interceptor” ruimtemissie gekozen als volgende project in zijn wetenschappelijk onderzoeksprogramma. Het gaat om een nieuwe missie naar een komeet, een vervolg op de spectaculaire Rosetta die in 2014-2016 de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko bezocht en er het landertje Philae op neerzette. Net als bij Rosetta zal het Koninklijk Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA) ook in deze komeetmissie een belangrijke rol spelen. De lancering is voorzien ten vroegste in 2027.
De komeet waar de missie naartoe zal vliegen, moet nog ontdekt worden. ESA wil immers een “nieuwe komeet” gaan bestuderen. Terwijl 67P een gekende komeet was die al heel wat rondjes rond de Zon heeft gedraaid en sterk geëvolueerd is, zal Comet Interceptor een komeet bekijken die voor het eerst in de buurt van de Zon komt en die zich dus nog in zijn oorspronkelijke staat bevindt – of misschien zelfs een bezoeker van buiten ons zonnestelsel, zoals het interstellair object Oumuamua dat in 2017 werd ontdekt. Op die manier hopen de wetenschappers een vollediger zicht te krijgen op de diversiteit aan kometen. Er is echter één moeilijkheid: dergelijke nieuwe kometen bewegen véél sneller en daarom kan men enkel een scheervlucht langs het doelwit maken; een langdurig bezoek is praktisch onmogelijk of zou veel te duur uitvallen.
“Comet Interceptor” zal uit 3 ruimtesondes bestaan. Er is een moederschip met camera’s dat op een veilige afstand van de komeet zal langsvliegen, kwestie van het risico op een botsing met komeetstof of met rotsachtig materiaal dat van de komeet ontsnapt, zo klein mogelijk te houden. Een tweede sonde met instrumenten die de komeetatmosfeer zullen “opsnuiven” en die de wisselwerking tussen de komeet en de zonnewind gaan bestuderen, zal meer risico nemen en dichter bij de komeetkern komen. Het Japanse ruimte-agentschap JAXA biedt een derde sonde aan die complementaire metingen zal uitvoeren.
Net als bij Rosetta speelt België een belangrijke rol bij deze komeetmissie. Technisch en wetenschappelijk zal het Koninklijk Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie – dat deze missie mee voorstelde – bijdragen aan de plasma-instrumenten en aan de analyse van de komeetsamenstelling. Bovendien zal het wetenschappelijk gegevenscentrum verzorgd worden door het B.USOC, eveneens gehuisvest in het BIRA. Dezeactiviteitenwordenondersteund vanuit de cel Ruimtevaart van het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO).
Bron: ESA