Frank De Winne en Sarah Baatout van het SCK-CEN met leerlingen van de International School in Mol.
Foto: SCK-CEN

In 1992 werd Dirk Frimout de eerste Belg in de ruimte aan boord van de spaceshuttle Atlantis. Frank de Winne volgde in zijn voetsporen met twee missies naar het internationaal ruimtestation ISS in 2002 en 2009. In het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK-CEN) in Mol werd deze 25ste verjaardag afgelopen week herdacht. Op vrijdag 13 oktober 2017 kwamen meer dan 150 onderzoekers, studenten en professionals in het SCK-CEN samen, niet alleen omwille van de successen van het verleden maar nog veel meer om een blik naar de toekomst te richten met als belangrijk thema de bescherming van astronauten bij langdurige ruimtemissies, zoals ESA en haar internationale partners die in de planning hebben.

De Belgische astronaut Frank De Winne is directeur van het European Astronaut Centre (EAC) in Keulen. Hij plaatste het exploratieprogramma van ESA in de schijnwerpers. Naast de huidige pijlers stelde hij ook enkele van de ambitieuze programma’s voor de verkenning van de ruimte voor, waaraan ESA momenteel werkt. Eén ervan is de Deep Space Gateway, een bemand ruimteplatform dat een springplank is voor de verdere verkenning van het zonnestelsel. Het zou gerealiseerd worden in de jaren 2020 en bij de maan opgebouwd worden door de verschillende partners, die nu bij het internationaal ruimtestation ISS actief zijn: het Europese ESA, de Amerikaanse NASA, het Russische Roskosmos, Het Japanse JAXA en het Canadese CSA.

Overleven in de ruimte

'De ruimte is een bijzonder vijandige omgeving voor mensen. Er gedurende lange tijd kunnen overleven stelt grote uitdagingen voor onderzoek en technologie in een groot aantal domeinen, zoals bescherming tegen gevaarlijke straling en voedselvoorziening', stelde Frank De Winne tijdens zijn uiteenzetting. De onderzoekers en ingenieurs van het SCK-CEN staan te popelen om deze uitdaging aan te gaan. Dit centrum speelt samen met andere onderzoeksinstellingen, universiteiten en Belgische ondernemers een hoofdrol bij het onderzoek dat de dromen van de mens in de ruimte moet helpen werkelijkheid worden.

Het SCK-CEN levert een belangrijke bijdrage aan een aantal onderzoeksprogramma’s op het vlak van de radiobiologie. Zo worden de gevolgen onderzocht van straling in de ruimte op levende wezens, zoals astronauten. Het is heel belangrijk dat die straling op efficiënte wijze kan gemeten worden. Zo kan men astronauten voldoende bescherming bieden bij langdurige ruimtemissies, zoals vluchten naar de maan en Mars. Een ander onontbeerlijk systeem bij langdurige ruimtemissies is een 'gesloten kringloop voor life support', dat beroep doet op regeneratie. Een dergelijk systeem zorgt voor de recyclage van lucht, water en afvalstoffen om drinkbaar water en voedsel te produceren. Ons land is bijzonder actief in het programma MELiSSA, dat precies de ontwikkeling van een dergelijke kringloop als doel heeft. Frank De Winne: 'De Belgische onderzoekers en astronauten spelen een heel belangrijke rol bij de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten (O&O) die met ruimteonderzoek verband houden. We moeten nauw blijven samenwerken op het vlak van ruimteonderzoek, nu en in de toekomst. We hebben de afgelopen 25 jaar bijzonder mooie zaken gerealiseerd, maar we kunnen nog zoveel meer doen.'

Investeren in de toekomst

De toekomstige missies voor de verkenning van de ruimte zijn onmogelijk zonder astronauten, onderzoekers en ingenieurs. Daarom moeten we de jeugd van vandaag inspireren. 'Ruimtevaart stimuleert de verbeelding van kinderen en jongeren en kan hen aanmoedigen om wetenschappelijke studies aan te vatten', vertelde Dirk Frimout tijdens de conferentie. Vijf kinderen van het kleuter-, basis- en secundair onderwijs van de International School in Mol waren op het evenement aanwezig. Hun door de ruimte geïnspireerde tekeningen werden samen met helmen, raketten en andere objecten in papier-maché tentoongesteld en de besten kregen een prijs, die Frank De Winne uitreikte.

De kinderen konden ook vragen stellen en ervaringen uitwisselen met Frank De Winne. En daar namen ze, net als Frank overigens, uitvoerig de tijd voor: een en ander duurde twee keer langer dan voorzien! Na het maken van selfies en het handtekenen van de kunstwerken kregen vele vragen een antwoord. De allereerste was misschien de eenvoudigste: 'Hoe wordt men astronaut?' De ruimte blijft zonder enige twijfel inspireren…

Bron: ESA