Met de ondertekening van het Waalse Memorandum of Understanding (MoU) heeft Wallonië een sterk signaal afgegeven als partner van het Einstein Telescope-project: de Euregio Maas-Rijn is niet alleen de ideale locatie voor de telescoop, maar biedt ook een echt ecosysteem dat klaar is om deze grootschalige wetenschappelijke infrastructuur te huisvesten.
Achter deze ambitie schuilt nu een solide operationele taskforce die belast is met het duurzaam mobiliseren van het Waalse engagement. Met dit MoU hebben minister Pierre-Yves Jeholet, Pierre Mottet (AKT voor Wallonië) en Jean-Christophe Peterkenne (GRE Liège) een oproep gedaan aan innovatieve Waalse bedrijven en industrieën, instellingen en de academische wereld om samen het Waalse engagement voor de Einstein-telescoop te mobiliseren en te ontwikkelen. Op het podium en via filmpjes werd duidelijk hoe groot en hoe enthousiast het commitment in Wallonië is.
Engagement
Hoogtepunt van de avond: de oproep tot mobilisatie van de Waalse actoren, geïnitieerd door minister Pierre-Yves Jeholet, samen met Pierre Mottet en Jean-Christophe Peterkenne, die industriëlen, instellingen en academici uitnodigden om hun gezamenlijke engagement voor het project te formaliseren door de ondertekening van het Memorandum of Understanding. De bijeenkomst hiertoe was een initiatief van de Waalse regering, de openbare dienst Wallonië Economie, Werkgelegenheid en Onderzoek (SPW EER) en GRE Liège met zijn partners AKT en AGORIA.
Bevoegdheden
In zijn toespraak benadrukte minister Pierre-Yves Jeholet de mogelijkheden voor technologische ontwikkeling en de economische voordelen van het Einstein Telescope-project. Door de oprichting van de werkgroep en de mobilisatie van de Waalse industriële wereld kan een lange termijn-engagement worden aangegaan en kan zo een duidelijke zichtbaarheid van de Waalse kennis, knowhow en competenties in het ET-project worden verzekerd. Tijdens verschillende rondetafelgesprekken hebben diverse sprekers bevestigd dat het Einstein Telescope-project is opgezet als een wetenschappelijk instrument ten dienste van fundamenteel onderzoek, maar dat het ook een bredere reikwijdte heeft, met een economische en menselijke dynamiek voor de hele Euregio Maas-Rijn.
Hefboom
Jean-Philippe Tock (CERN) legde bijvoorbeeld uit hoe de deeltjesversneller aan de Frans-Zwitserse grens niet alleen een grootschalig wetenschappelijk project is, maar ook een krachtige hefboom is geworden voor industriële innovatie, opleiding, het behoud van talent en de ontwikkeling van een aantrekkelijke regio op regionaal en lokaal niveau, met winkels, restaurants en bezoekerscentra.
Wetenschap
Christophe Collette (ULiège) legde de hoge technologische eisen van de Einstein Telescope uit. Een uitdaging die ook tal van kansen biedt voor kleine en middelgrote ondernemingen. Daniel Kedzierski (Mecasoft) illustreerde hoe bedrijven hier concreet aan kunnen deelnemen.
Toegevoegde waarde
Tijdens de eerste rondetafelconferentie werd de toegevoegde waarde van samenwerking in een grensoverschrijdend project besproken. Benoit Renier (vertegenwoordiger van het kabinet), Lionel Bonjean (SPW EER), Fabian Culot (SPI), Pascale Delcomminette (AWeX/WBI), Michel Stassart (Waalse taskforce), Michel Moutschen (CREF), Clarisse Ramakers (AGORIA) en Olivier Vanderijst (WE) stelden vast dat samenwerking in het kader van een grensoverschrijdend project betekent dat elke zone of regio haar specifieke competenties ten dienste stelt van een gemeenschappelijk project. Dit leidde tot een boeiende discussie over de positie van de EMR-zone als vestigingsplaats voor de telescoop in een bredere Europese context.
Industriële kracht
De tweede rondetafelconferentie bracht het brede scala aan industriële mogelijkheden aan het licht. Vooraanstaande industriële spelers zoals Arnaud Dartevelle (AMOS), Yves Delatte (Sonaca en Giwas), Virginie Dufrasnes (Lixon), Edouard Herinckx (Thomas & Piron), François Lepot (Safran Aero Boosters), François Michel (John Cockerill) en Alain Quevrin (Thales) deelden hun visie.
Bron: Einstein Telescope
