Na het succes van de Ariane 1, 2 en 3 raketten begon het Europese ruimtevaartagentschap ESA in 1983 met het ontwerp van een nieuwe generatie Ariane draagraketten. Deze 'Ariane 4' raket bestond uit zeven verschillende versies die een gewicht van 1,8 ton tot 4,9 ton tot in een geostationaire transferbaan om de Aarde konden brengen. Op 15 juni 1988 vond de eerste lancering plaats van een Ariane 4 raket waarbij drie kunstmanen met succes in de ruimte gebracht werden.
Alles samen werden met deze zeven versies tussen 1988 en 2003 104 succesvolle lanceringen uitgevoerd. Dankzij dit lanceermiddel had Europa nu een betrouwbare toegangspoort tot de ruimte en werd het marktleider in het lanceren van zware commerciële kunstmanen. België speelde in het Ariane 4 verhaal een niet onbelangrijke rol aangezien verschillende Belgische bedrijven tal van onderdelen bouwden en testten voor deze draagraket.
Raket op maat
De Ariane 4 bestond uit zeven versies die gebruikt werden naargelang de massa van de vracht die in de ruimte moest gebracht worden. Daarbij kwam ook nog eens dat de Ariane 4 raket beschikte over het SPELDA (Structure Porteuse Externe de Lancement Double Ariane) satelliet draagsysteem waarmee meerdere kunstmanen tegelijk konden gelanceerd worden. De Ariane 40 was de basisversie uit de Ariane 4 familie welke uit drie trappen bestond waarvan de derde over een cryogene aandrijving beschikt. Deze basisversie van de Ariane 4 raket had een lengte van 58,7 meter, een diameter van 3,8 meter en woog bij het lanceren 240 ton. De kracht bij het opstijgen werd geleverd door 4 Viking 2B raketmotoren die elk 667 kiloNewton aan kracht konden produceren. In totaal werd de Ariane 40 zeven maal succesvol gelanceerd. De overige versies van de Ariane 4 konden uitgerust worden met twee tot vier extra boosterraketten waardoor de draagraket over meer kracht beschikte bij het opstijgen. Zo kon men Ariane 4 raketten bestellen met PAP (Propulseurs d'Appoint à Poudre) boosterraketten die functioneerden op een vaste brandstof of PAL boosterraketten (Propulseurs d'Appoint à Liquide) die werden aangedreven door een vloeibare brandstof. De krachtigste variant uit de Ariane 4 familie was de Ariane 44L. Deze 470 ton zware draagraket beschikte over twee PAL boosterraketten waardoor de Ariane 44L tot 4,9 ton aan vracht in een geostationaire transferbaan om de Aarde kon brengen. Net zoals alle andere Europese Ariane raketten werden ook de Ariane 4 raketten gelanceerd vanaf de Kourou lanceerbasis in Frans-Guyana.
Vijf versies van de Ariane 4 draagraket - Foto: ESA
Europees werkpaard
De Ariane 4 draagraketten brachten alles samen 50% van de commerciële kunstmanen in de ruimte. Hierdoor werden Europa en het lanceerbedrijf Arianespace marktleider in de commerciële lanceermarkt. Algauw bleek dat de Ariane 4 raketten zeer geschikt waren om communicatie- en aardobservatiesatellieten in de ruimte te brengen. Zo lanceerden deze Europese raketten tal van kunstmanen in opdracht voor commerciële satellietoperatoren als Eutelsat, Intelsat, PanAmSat, Arabsat en Telesat. Daarnaast werden met de Ariane 4 draagraketten ook vier Spot en twee ERS aardobservatiesatellieten in de ruimte gebracht. Slechts drie lanceringen met een Ariane 4 raket liepen slecht af. Zo gingen in 1994 drie kunstmanen verloren toen een Ariane 44LP en Ariane 42P faalden. Uiteindelijk bleek de Ariane 4 familie toch een zeer betrouwbaar lanceermiddel te zijn dat handig gebruik had gemaakt van de regelmatig relatieve goedkope wijzigingen die de voorgaande Ariane raketten hadden doorstaan. Het maximale vrachtgewicht dat een Ariane 4 raket ooit in de ruimte bracht, bedraagt 4,94 ton. Op 15 februari 2003 werd de laatste Ariane 4 draagraket gelanceerd.
Een Ariane 4 raket brengt een Intelsat kunstmaan in de ruimte - Foto: ESA / Arianespace
Belgische bijdrage tot de Ariane 4 draagraketten
Aangezien België één van de aandeelhouders is van het commerciële lanceerbedrijf Arianespace, was de Belgische ruimtevaartindustrie een niet onbelangrijke speler in het Ariane 4 verhaal. Zo waren de Belgische bedrijven SABCA, ETCA, Techspace Aero, Hexcel, Advanced Products en de Université de Liège vaste partners in de productie van onderdelen voor de Ariane 4 draagraketten. Het lucht- en ruimtevaartbedrijf SABCA was verantwoordelijk voor de productie van de vinnen, gestroomlijnde kappen en servomotoren terwijl ETCA, nabij Charleroi, dan weer bevoegd was voor de productie van de vernietingingskast en commandocentrale van elke Ariane 4 raket. Een andere belangrijke bijdrage kwam van het nabij Luik gelegen bedrijf Techspace Aero dat onderdelen van de stuwraketten voor de Ariane 4 produceerde.