Herman Henderickx
Foto: VRT

Ruimtevaart is en blijft enorm fascinerend. De laatste decennia is België een niet onbelangrijke rol gaan spelen in de Europese ruimtevaart en blijven de jaarlijkse omzetcijfers van de Belgische ruimtevaartindustrie stijgen. In Vlaanderen en Wallonië bestaat sedert vele jaren de mogelijkheid om een loopbaan uit te bouwen in de sterk groeiende ruimtevaartsector dat op zijn beurt jongeren stimuleert om te kiezen voor een technologische of wetenschappelijke studierichting. Belgium in Space sprak met verschillende mensen die zowel te werkzaam zijn in de Belgische ruimtevaartindustrie alsook bij verschillende instituten of organisaties en stelde hen tal van vragen in verband met hun functie, hun passie voor ruimtevaart en hun studies. Voor dit interview nam Belgium in Space contact op met Herman Henderickx. Herman Henderickx is wetenschapsjournalist voor de VRT en is vooral bekend om zijn vele bijdragen in verband met ruimtevaart. Tijdens de langdurige ruimtevlucht van Frank De Winne in 2009 kreeg Herman Henderickx als journalist de kans om deze missie van nabij mee te maken.

(BiS) U was/bent wetenschapsjournalist voor de VRT en bent vooral bekend om uw bijdrage in verband met ruimtevaart. Vanwaar uw interesse in ruimtevaart?

(HH) Het begon met de voorbereiding van een voordracht in 5 de moderne (= 2 de jaar middelbaar). in het schooljaar 1956-1957. Er was toen nogal wat aandacht voor de Amerikaanse plannen om in het Internationaal Geofysisch Jaar (Van 1 juli 1957 tot 31 december 1958) een kunstmaan te lanceren. De voordracht is nooit gegeven, maar mijn belangstelling bleef.

“De Reis naar de Maan” van Jules Verne heb ik – uiteraard - gelezen, zoals ander boeken van de Fransman, maar die gaven niet de doorslag. Dat was anders met “Vlucht in de Ruimte” van Heinz Gartmann uit 1956 waarin de geschiedenis van de eerste pioniers van de raket werd beschreven. En daarna – ik zat al een eind verder in mijn middelbare studies Wetenschappen-Wiskunde – botste ik in de stadsbibliotheek van mijn geboortestad Mechelen op “Grondbeginselen van de Ruimtevaart” van de Nederlander Marinus Vertregt uit 1959, een boek dat ik later van mijn zakgeld zelf heb gekocht (en nog altijd bezit). De fysica en de wiskunde van de school waren voldoende om de “Grondbeginselen” te begrijpen en te volgen. Later ben ik die kennis gaan gebruiken om met de beperkte gegevens over raketten zelf de ontbrekende gegevens uit te rekenen. En dat overtuigde in 1968 de ploeg van Verover de Aarde van de BRT TV om een beroep op mij te doen als “researcher” voor de programma’s over de bemande maanvluchten.

(BiS) Wat is volgens u het meest memorabele moment uit zowel de bemande als onbemande ruimtevaart?

(HH) Het antwoord daarop is in de eerste plaats klassiek: Neil Armstrong die als eerste in juli 1969 voet zette op een ander hemellichaam, al was het dan maar de maan. Uit de onbemande ruimtevaart is dat natuurlijk (!!!) Spoetnik 1 en 2 uit het najaar van 1957. Maar later zijn mij vooral de twee Vikings bijgebleven die in 1976 op Mars zijn geland, die landingen kon als journalist volgen in het vluchtleidingscentrum in Pasadena (Californië).

(BiS) De technologische verwezenlijkingen uit de ruimtevaart zijn nauwelijks bij te houden. Wat is volgens u de belangrijkste toepassing uit de ruimtevaart die de mens tot op heden geholpen heeft?

(HH) Voor mij hebben de weersatellieten de mensheid het meest geholpen. Maar naast “helpen” is er ook “exploratie”. Exploratie van het zonnestelsel is niet direct een “hulp” voor de mensheid. Maar de mens, elke mens, waar ook,  wil zijn omgeving leren kennen. Wat meer is: alle wetenschap die we in de voorbije eeuwen hebben vergaard, hebben we hier op aarde ontwikkeld. Albert Einstein ging er van uit dat de (aardse) wetten van de fysica ook golden in het hele heelal. Maar is dat wel zo? Alleen astronomie en ruimtevaart kunnen een antwoord geven op die vraag. Zo heeft de studie van supernova’s (ontploffende sterren) uitgewezen dat er een kracht aan het werk is die het heelal als maar sneller doet uitdijen (“dark energy” oftewel “duistere energie”). Of denk aan de 500 of zo exo-planeten die al zijn ontdekt, onder meer door gespecialiseerde kunstmanen.

(BiS) President Obama maakte in 2010 bekend delen van het Amerikaanse Constellation Maanprogramma te schrappen. Is dit een goede beslissing?

(HH) Het was de enige beslissing die Obama kon nemen. Er lag een gezaghebbend rapport op zijn bureau in het Witte Huis om Constellation grotendeels stop te zetten. En het budget van de VS (en vooral het enorme begrotingstekort) liet geen avontuur toe.

De vorige president, George Bush de Jongere, had Constellation op poten gezet als vervanging voor het shuttle-programma. Bush wou opnieuw mensen naar de Maan sturen. Maar hij trok geen extra geld uit. Hij bracht geen duidelijke motivering aan zoals Kennedy in 1961 (mens op de maan). En Bush schetste ook niet hoe het verder moest of verder kon na de eerste nieuwe bemande maanlanding.

Constellation was een zoethoudertje voor de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA, zonder duidelijke doelstellingen en zonder financiering. Obama heeft begrepen dat Constellation  bezigheidstherapie was voor de NASA en een bron van inkomsten voor de gespecialiseerde industrie zonder te mikken op concrete verwezenlijkingen. De niet erg populaire beslissing van Obama biedt nu tijd om een ernstige planning op te stellen (wat willen we doen, doen we dat met mensen of met robots, welke middelen zijn er nodig) en – vooral, heel vooral – de beslissing van Obama geeft tijd aan de economie en aan de begroting om zich te herstellen.

(BiS) De laatste jaren zien we commerciële ruimtevaart (ruimtetoerisme, commerciële ruimtetuigen...) steeds meer opduiken. Hoe staat u tegenover het commercialiseren van ruimtevaart?

(HH) Als commerciële initiatieven het vergaren van kennis en de exploratie van de ruimte niet doorkruisen, dan zie ik geen bezwaar. In elk geval aan Amerikaanse kant kan ruimtevaart dan misschien de kwalijke reputatie van de NASA kwijt om projecten te kiezen die uiteindelijk enorm veel meer geld en tijd kosten dan oorspronkelijk vooropgesteld.

(BiS) De afgelopen 50 jaar is de mens erin geslaagd om zich in de ruimte te begeven, te wandelen op de Maan en permanent te leven in een baan om de Aarde. Hoe ziet u bemande ruimtevaart de volgende jaren evolueren?

(HH) De komende jaren (allicht de komende tien jaar, en misschien nog langer) zal bemande ruimtevaart zich niet verder kunnen wagen dan de 350 km hoogte van het ISS.

President Obama: stelt voor om mensen naar een planetoïde (of als U wil “asteroïde”) te sturen. Een cabine voor astronauten is in de maak. Maar een geschikte, krachtige raket staat nog nergens. Bovendien zijn de mogelijkheden erg beperkt. De komende 25 jaar zijn er maar mogelijkheden om naar een planetoïde te vliegen in 2020, 2025 en 2035.

De maan biedt een nog grotendeels onontgonnen terrein voor wetenschappelijk onderzoek! Maar Obama heeft die mogelijkheid gekelderd met de opmerking dat “de VS dat al gedaan hebben”, een – naar mijn mening – grove denkfout.

De enige andere redelijke bestemming voor bemande vluchten is Mars. Technisch is het waarschijnlijk mogelijk om een bemande landing (en terugkeer....) op Mars uit te voeren. Maar menselijk rijzen er grote, nog onopgeloste vragen over de effecten van gewichtloosheid en beperkte aantrekkingskracht (op Mars is die maar 1/3 van de aarde) tijdens zo’n vlucht van 500 tot 900 dagen. En een expert van de NASA zegt en schrijft dat de straling eens de bemanning buiten het beschermend magnetisch veld van de aarde komt, een bemande reis naar Mars nu onmogelijk maakt omdat er onvoldoende bescherming kan worden geboden.

Europa is nog nergens wat middelen voor bemande ruimtevaart betreft. De Russen beperken zich – en allicht nog lang – tot vluchten naar en van het ISS. Alleen China zou voor “vuurwerk” kunnen zorgen, maar allicht ook niet komende vijf tot tien jaren.

(BiS) In 2011 blijven de drie resterende Space Shuttles definitief aan de grond. Had men dit al eerder moeten doen of is dit een zeer droevig gebeuren?

(HH) Droevig maar onvermijdelijk. Droevig want in 1972 was ik aanwezig op de persconferentie waar de bouw van de ruimteveren officieel werd aangekondigd door president Nixon. Negen jaar later, in 1981, versloeg ik de eerste lancering (Columbia) live voor de BRT-radio.  Enkele maanden later was ik weer in Florida, dit keer voor de eerste vlucht van het Europese Spacelab in het vrachtruim van een shuttle. De laatste lancering die ik in Florida volgde kwam in 1992 toen Dirk Frimout als eerste Belgische astronaut met Atlantis de ruimte in trok. De shuttles speelden een grote rol in mijn professionele leven.

Maar na de ongelukken met de veren Challenger (1986) en Columbia (2003) was het voortijdig einde van de shuttles onvermijdelijk. Veertien mensen verloren hun leven bij die twee ongelukken. (De Russen hebben maar vier mensen verloren).Trouwens van bij het begin kon je in de officiële documentatie lezen dat tijdens de eerste vier minuten van een shuttlevlucht geen redding mogelijk was . Dertig jaar na de eerste vlucht is dat nog altijd zo.

Maar er is meer. NASA-baas Fletcher heeft in 1972 de mogelijkheden van de shuttles veel te rooskleurig afgeschilderd: een vloot van vier ruimteveren zou per jaar 48 lanceringen uitvoeren met een voorbereidingstijd van amper twee weken. Daardoor zou de kost van de  lancering van een kunstmaan tot tien keer goedkoper worden! Geen enkele van die doelstellingen is zelfs maar bij benadering bereikt. De laatste lanceringen kosten zelfs bijna één miljard dollar per vertrek, waardoor de kost per kilogram vracht veel en veel hoger ligt dan bij een lancering met een gewone, onbemande raket.

(BiS) Naar welk ruimtevaartproject (zowel bemand alsook onbemand) uit de nabije toekomst kijkt u het meest uit (en waarom)?

(HH) Dat is de satelliet “Planck” van de ESA die de zogenaamde microgolf achtergrondstraling van het heelal meet. Met een ouderdom van meer dan 13 miljard jaar is dat het oudste licht in het heelal en het bewijs van de Big Bang. En dan is het ook wachten op de lancering in 2013 van een onbemand rijdend laboratorium dat op Mars naar sporen van leven zal zoeken.

(BiS) Bij het grote publiek is de zin van ruimtevaart (vooral bemand) soms ver te zoeken door de grote risico’s en te hoge kosten. Hoe staat u hier tegenover? Zijn de miljoenen/miljarden euro’s het waard?

(HH) Bemande ruimtevaart is veel en veel duurder dan onbemande vluchten. Tot nu toe heeft de bemande ruimtevaart zeker niet genoeg opgeleverd om de zware uitgaven te verantwoorden. Zo kost het ISS 100 miljard dollar. Alleen als voorbereiding voor latere en verder vluchten van mensen in en door het zonnestelsel kan het ISS worden verantwoord, niet door de oogst aan wetenschappelijke resultaten. Maar die voorbereiding op de toekomst in het ISS heeft alleen zin als er inderdaad ooit mens naar een planetoïde of naar Mars worden gestuurd. En dan nog is het de vraag of mensen meer wetenschappelijk succes kunnen boeken dan onbemande exploratie.

(BiS) Stel dat u een bemande ruimtemissie zou mogen organiseren. Hoe zou deze eruit zien en welk doel zou deze hebben?

(HH) In alle eerlijkheid: onbemande exploratie van het zonnestelsel en onbemande observatie van de aarde en de ruimte zijn voor mij zinvol. Bemande vluchten niet. Ik zou met plezier onbemande sondes sturen naar de grote manen van Jupiter en Saturnus en naar het oppervlak van Venus. Maar bemande vluchten zie ik niet zitten, dat zijn hoofdzakelijk prestige projecten met mogelijk wat internationale uitstraling.

(BiS) Een belangrijke speler in de ruimtevaart is sinds kort China. Hoe ziet u deze Aziatische grootmacht evolueren op vlak van bemande alsook onbemande ruimtevaart?

(HH) China is nu al na Rusland en de VS de derde mogendheid die mensen in de ruimte kan brengen en ze levend weer terugbrengt. Europa kan dit nog altijd niet. China wil binnenkort ruimtetuigen aan elkaar koppelen, hoog boven de aarde. Met die techniek kan Peking gaan denken aan vluchten naar de maan (onbemande landing plus terugkeer met monsters, bemande vlucht rond maan, misschien zelfs een bemande landing), dan zou China het tweede land na de VS zijn die dat klaarspeelt. Een enorme winst aan prestige in de wereld.

(BiS) België speelt een niet onbelangrijke rol in de Europese ruimtevaart. Moet ons land volgens u nog meer investeren in ruimtevaart?

(HH) In 2010 betaalt België 160 miljoen Euro aan de ESA, na Frankrijk, Duitsland, Italië en UK de grootste bijdrage aan de ESA, de Europese Ruimtevaartorganisatie (totaal budget 2010: € 3.750 miljone). Bij de ESA geldt de regel van de “juste retour”. Investeringen in de ESA betekent contracten voor de industrie in dat land, dus het geld keert met enige vertraging terug. Dus het lidgeld van de ESA is een subsidie voor de eigen nijverheid. Of België meer moet investeren in ruimtevaart hangt in grote mate af van de beschikbaarheid van bedrijven die kunnen voldoen aan de hoge voorwaarden die de ruimtevaart stelt.

(BiS) De Belgische ruimtevaarder Frank De Winne werd in 2009 de eerste Europese gezagvoerder van het ISS. Hoe heeft u deze historische ruimtemissie van onze landgenoot ervaren?

(HH) Vanaf zijn selectie als Belgische kandidaat ESA-astronaut in 1992, via zijn opname in het astronauten corps iin 1998, zijn eerste vlucht in 2002....en zijn verblijf van zes maanden in het ISS heb ik de verslaggeving voor VRT radio verzorgd en af en toe ook voor TV. Frank De Winne heb ik tijdens de voorbereidingen van nabij leren kennen. Met Boudewijn Van Spilbeeck (VTM, ja hoor VTM!!) en Tijs Mauroo van VRT-TV hebben we een boek gepleegd over die zes maanden van Frank De Winne in het ISS (“Het Ruimtedagboek van Frank De Winne”, uitgegeven door Van Halewijck). Dit maar om te zeggen dat ik tijdens die vlucht (van eind mei tot begin december 2009) zeer intens, dagelijks met die missie bezig ben geweest. Het was voor mij haast dat ik zelf een echte vlucht naar de ruimte maakte.

(BiS) Voor uw carrière als journalist was u leerkracht wiskunde-fysica. Vindt u dat ruimtevaart meer aandacht moet krijgen in ons onderwijs?

(HH) Ruimtevaart kan een motivering zijn in en voor de lessen fysica, wiskunde, biologie (vanwege de gevolgen van 0 G op het lichaam) en misschien zelfs aardrijkskunde (vanwege exploratie van het zonnestelsel en de vergelijking daarbij met de aardse toestanden). Maar of daarvoor, zeg maar de eindtermen moeten worden aangepast, dat is een stap te ver. Sporadische aandacht als de actualiteit daar aanleiding toe geeft, kan voor een gezond evenwicht zorgen.

(BiS) Alvast bedankt voor dit boeiend interview!

Kris Christiaens

Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur. Volg mij op Twitter: @KrisChristiaens