Planetoïden, ook wel 'asteroïden' genoemd, zijn rotsblokken en klompen steen die net als de planeten in ons zonnestelsel in een baan om de zon draaien. De meeste planetoïden bevinden zich tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter in de zogeheten 'planetoïdengordel' en hun grootte varieert van enkele meters tot enkele honderden kilometers.
België heeft een rijk verleden op vlak van sterrenkundig onderzoek. Zo begon men in 1827 aan de Schaarbeekse Poort in Sint-Joost-ten-Node aan de bouw van een eerste Belgische sterrenwacht waarna deze verhuisde naar Ukkel. Aan de Koninklijke Sterrenwacht van België, en ook vanop andere locaties, werden doorheen de jaren tal van nieuwe hemellichamen ontdekt door Belgische sterrenkundigen waaronder ook kometen. In dit artikel overlopen we de belangrijkste 'Belgische' kometen.
De persoon die ditmaal aan bod komt in de rubriek 'Belgen in de sterrenkunde' staat zo goed als zeker in elk boek over sterrenbeelden, het zonnestelsel, kometen of planetoïden. Vooral de laatste twee vormden het werkterrein van de Belgische sterrenkundige Eugène Joseph Delporte. Zo was Delporte de ontdekker van maar liefst 66 planetoïden en was hij vele jaren lang directeur van de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB).