Foto gemaakt in 1957 van de komeet Arend-Roland.
Foto: Cambridge Observatory

Begin 2012 was het twintig jaar geleden dat een bekend Belgisch sterrenkundige overleed. Deze Belg ontdekte samen met Georges Roland de bekende komeet C/1956 R1 (Arend-Roland) en ontdekte ook verschillende planetoïden. Door enkele van zijn indrukwekkende ontdekkingen heeft hij zichzelf dan ook aan de sterrenhemel vereeuwigd. In deze artikel over 'Belgen in de sterrenkunde' gaat het ditmaal over de bekende Belgische astronoom Sylvain Arend.

Personalia

Sylvain Julien Victor Arend is geboren in Robiemont (Nederlands: Robelmont) in de Belgische provincie Luxemburg op 6 augustus 1902 (binnenkort 110 jaar geleden). Robelmont is een deelgemeente van Meix-devant-Virton. Hij overleed in Ukkel op 18 februari 1992. Hij was net geen negentig jaar oud. Hij had een dochter en een zoon. De dochter woont in België en had geen interesse in sterrenkunde of het werk van haar vader. Met zoon Emanuel was het anders gesteld. Hij hielp rond 1950 nog mee met waarnemingen in de sterrenwacht van Brussel en heeft een heel archief rond de sterrenwacht opgezet. Hij heeft momenteel nog nauwe contacten met medewerkers van de sterrenwacht, al hoewel hij in de Provence woont (met zicht op de Mont Ventoux). Hij komt nog regelmatig naar België. Emanuel is samen met Jean Dommanget (een medewerker van Arend) het nog levende geheugen van de Sterrenwacht in de jaren 1950.

Opleiding

Hij studeerde aan de Vrije Universiteit Brussel waar hij een doctoraat behaalde in de fysische wetenschappen en wiskunde, met hoogste onderscheiding.

Werk en leven

In 1928 werd Sylvain Julien Victor Arend vrijwillig assistent aan de Koninklijke Sterrenwacht van België, dankzij een beurs. Hij bleef aan de sterrenwacht verbonden tot zijn pensioen in 1967. Hij mocht zich volwaardig sterrenkundige noemen vanaf 1946. Bij zijn pensionering was hij hoofd van het departement astrometrie en hemelmechanica, wat hij net geen twintig jaar is geweest. Zijn interesse ging vooral uit naar astrometrie en astrometrische fotografie. Hij kon beroep doen op de nieuwe dubbele astrograaf van Zeiss. Een telescoop die bestond uit twee refractoren met een objectiefdiameter van 40 cm en een brandpuntsafstand van 5,24 meter. Dankzij dit instrument werden in Ukkel nieuwe planetoïden en kometen ontdekt. Zijn beroemdste ontdekking is deze van de komeet Arend-Roland.

Dat de nachthemel progressiever donkerder wordt naarmate men 22 uur overschrijdt, had hij ook opgemerkt. Dit schijnt een algemeen verschijnsel te zijn, dat vroeger al bekend was. Er was in zijn tijd nog helemaal geen sprake van enige vorm van lichthinder. Hij moest met de hand op formulieren heel wat gegevens invullen om achteraf de positie van een planetoïde te kunnen bepalen. De hoofding van de invulformulieren was: “Planet No. ...”. Het nummer van de planetoïde moest dan nog ingevuld worden. De Belgische sterrenkundigen hadden het natuurlijk over planetoïden, maar toch stond bovenaan het woord Planeet. Rond 1960 waren al zo’n 1.500 planetoïden definitief genummerd.

Sylvain Julien Victor Arend was een van de meest productieve en gedreven waarnemers van België. Naast planetoïden en kometen ontdekte hij ook nova Scuti in 1952 en verschillende variabele sterren. Hij bezocht enkele Amerikaanse sterrenwachten waaronder Yerkes Observatory, de Mount Wilson Observatory en McDonald Observatory. Hij blies daarna het onderzoek van dubbelsterren aan de sterrenwacht nieuw leven in. Hij installeerde daartoe een 45-cm equatoriale telescoop en zocht een nieuwe manier om de banen van dubbelsterren te berekenen.

Planetoïden en kometen

Arend ontdekte 51 planetoïden tussen 1929 en 1961. Hij staat daarmee nog steeds binnen de top 150 van planetoïdenontdekkers ooit. Er zijn wel Belgen die er meer ontdekten dan Arend, zoals de Belgische recordhouder Eric W. Elst met meer dan 3.500 ontdekkingen (de achtste plaats wereldwijd). De top zes wordt bezet door geautomatiseerde zoektochten. In tijden dat automatische zoektochten nog niet bestonden vond Arend dus zeker een respectabel aantal planetoïden. Er zaten enkele bijzondere exemplaren tussen zoals Boreas die van het Amor-type is en de Trojaanse planetoïde 1583 Antilochus. Antilochus was de dertiende Trojaan die ontdekt werd, momenteel (22 april 2012) zijn er 5.161 Trojanen (bij Jupiter) bekend. Hoewel hij zich vooral met astrometrie heeft beziggehouden zal hij vooral herinnerd worden voor zijn ontdekkingen van planetoïden en kometen. Er zijn minstens acht kometen die in de naam iets Belgisch hebben. Bij drie daarvan is het zijn naam: 50P/Arend, 49P/Arend-Rigaux en de heldere Arend-Roland. Zoals u kunt zien zijn twee ervan zelfs periodieke kometen. De kometen die hij niet alleen ontdekte, vond hij met collega’s van de sterrenwacht in Brussel: Fernand Rigaux en Georges Roland.

Komeet ArendOpname gemaakt in 1957 op de sterrenwacht van Bratislawa
van de komeet Arend-Roland - Foto: KSB

De komeet Arend-Roland ontdekte hij met Georges Roland (1922 - 1991), die hem vond in de hoek van een opname van de nacht van 8 op 9 november 1956. De komeet was zo’n vijf maanden later zo helder dat hij één van de helderste staartsterren in de tweede helft van de twintigste eeuw werd. De waarden voor de maximale helderheid lopen in de literatuur uiteen, maar lag ergens tussen magnitude nul en twee. De staart had een maximale lengte van 30° en eind april 1957 had hij een antistaart van maximaal 15°. De scherpe structuur veranderde dag na dag van uitzicht. De komeet werd het laatst gefotografeerd in april 1958, toen hij alweer meer dan vijf AE van de Zon stond en van magnitude 21 was. De komeet 49P/Arend-Rigaux werd ontdek in februari 1951. Ze voerden een zoektocht naar planetoïden uit. Bij de volgende terugkeer in 1958 werd een object gevonden zeer dicht bij de voorspelde plaats, maar het vertoonde niet het uiterlijk van een komeet maar van een planetoïde. Na drie weken bleken de komeet en de vermeende planetoïde dezelfde baan te hebben. Er was geen coma of staart zichtbaar in de jaren 1958, 1963 en 1970. De komeet komt nauwelijks dichter bij de Zon dan Mars.

De komeet 50P/Arend ontdekte hij in oktober 1951. Hoewel slechts van magnitude 14 in 1951 was dit de helderste verschijning van de komeet van de komende vijftig jaar. Ook deze komeet blijft ver van de Zon bij het perihelium en wordt niet helder. Niet van alle planetoïden die hij ontdekte wordt hier de herkomst van de naam uit de doeken gedaan. Vermeldenswaardig zijn de planetoïde Bruxelles die in 1935 werd ontdekt. Hergé, de auteur van het stripverhaal Kuifje. De auteur heeft in enkele verhalen sterrenkundige onderwerpen aangesneden of was erdoor geïnspireerd. Hij noemde ook een planetoïde naar Lemaître (zie Guidestar maart 2012). Het is een Marskruiser en het eerste definitieve nummer dat aan een planetoïde werd toegekend na de Tweede Wereldoorlog. Voorts kwamen ook enkele Ardense dorpen en steden aan de beurt. De planetoïde Noël tenslotte is genaamd naar zijn zoon, Emanuel Arend.

Prijzen en naamdragers

Er is in 1957 een postzegel van zes Belgische frank uitgebracht, met daarop een afbeelding van de komeet Arend-Roland en de dubbele astrograaf van Ukkel, waarmee hij is ontdekt. Naast de eerder vernoemde kometen is ook de planetoïde 1502 Arenda naar hem genoemd. Hij werd in 1938 ontdekt door de Duitser Karl Reinmuth.

Postzegel

Literatuur en bronnen

Een overzicht van zijn leven is te lezen in Ciel et Terre, Volume 108, Nummer 4, bladzijden 101 en 102 (1992). Ook het boek Astronomische gids voor België, van de Vereniging voor Sterrenkunde, bevat informatie over hem en over enkele van de door hem ontdekte planetoïden.

Een lijst van de artikels die hij publiceerde is te vinden op http://adsabs.harvard.edu/cgi-bin/nph-abs_connect?return_req=no_params&author=Arend,%20S.&db_key=AST. Er zitten ook enkele biografieën tussen, naast natuurlijk over zijn onderzoek naar planetoïden, kometen en dubbelsterren.